Een donkere nacht

Op de tafel staan de kaarsen langzaam op te branden. Niemand besteed er echt aandacht aan. De vlammen verschroeien langzaam maar zeker het lichaam totdat het licht uit het niets dooft. Glazige ogen kijken naar een telefoon en gaan bijna bewusteloos door een social media platform. Niemand is er echt bij. De afgelopen dag heeft zijn tol geëist. Net als de kaarsen worden onze lontjes steeds korter. Een scherpe opmerking hier en daar en iedereen weet dat we vanavond maar niet te veel moeten praten. Een blik van verstandhouding volstaat. 

Een pan dampende chili con carne komt op tafel te staan en we vallen met z’n allen aan. In stilte wordt er gegeten. De bruine tafel, de warme vlam van de kaarsen en de subtiele kerstverlichting geven de kamer een mystieke sfeer. Ik heb me lang niet zo fijn gevoeld tijdens een avondmaaltijd, maar tegelijkertijd is de energie gespannen. We weten dat een enkele opmerking zodanig verkeerd kan vallen dat er een onwelkome discussie ontstaat. 

De kerst komt eraan, maar de lucht is niet geladen met opgekropt enthousiasme en vrolijke verwachting. Voor het eerst zullen er geen kerstmarkten of -shows zijn waar men heen kan om zich voor te bereiden op de donkere dagen. Die brengt men nu binnen door, of heel misschien bij vrienden. Bij sommige is het harder binnen gekomen dan bij anderen. Het vooruitzicht van een maand binnen zitten is voor de één een lastiger te verwerken nieuwtje dan voor de ander. Het leven buiten is een waardevolle toevoeging aan het welzijn van mensen en het wegvallen ervan is een zware klap.

Er zijn onduidelijkheden, er is onbegrip. Niemand weet precies wat de toekomst in petto heeft. Normaal gesproken is dit al een vraagstuk waar geen antwoord op te vinden is, maar op dit moment is het zelfs onbegonnen werk om een dergelijke vraag te stellen. De wereld is geschokt. De haat die er al aanwezig was is verdubbeld en de angst verviervoudigd. Op z’n minst. De aarde is verplicht tot stilstand gekomen. Een onontkoombare ingrijp die voor de één leven betekent, en voor de ander dood. 

Bij ons heeft de dood (nog) niet om zich heen gegrepen. Er zijn geen slachtoffers gevallen. Ook niet van het leven. Er zijn onnoemelijk veel dingen waar ik dankbaar voor ben, maar die lijken aan mijn aandacht voorbij te schieten. Ze dringen zich niet op zoals mijn ontrevedenheid dat doet. Het is veel eenvoudiger om te luisteren naar de obstakels. 

Ondanks de onzekerheid en de weerstand viel me op hoe gemakkelijk we ons aanpasten. Het tijdelijke normaal voelde als normaal. Het voelde gek om aan de oude gewoonten terug te denken. Om de wereld te zien zonder de nieuwe toevoegingen. Zonder de vraag te stellen wat er open was en waar de maskers gedragen moesten worden. Ik realiseerde me dat deze eigenschap vaak onderbelicht blijft in mensen. Of men het ermee eens is of niet, of het het juiste is of niet, aanpassen kunnen we allemaal. Een nieuwe situatie is alleen nieuw de eerste paar dagen. Daarna spreken we alweer van ‘hiervoor’ of ‘vroeger’. Nu is ons normaal. Hoe het nu er ook uit ziet. 

Previous
Previous

Magic of everyday life